The Turin Horse – Tarrs laatste worp naar de weemoed

turinhorse1
Er straalt een ontegensprekelijke oerkracht uit alle films van de Hongaar Béla Tarr. Alsof hij in rechtstreekse verbinding staat met de kern van het bestaan, met al zijn vreugde en lijden, om dat vervolgens in prachtige cinema te gieten. The Turin Horse zou zijn laatste film zijn. Boeken dicht, het is mooi geweest. Laat nu net dit misschien zijn meest persoonlijke werk zijn. Ergens in de verte hoort hij de vergetelheid al op de deur kloppen. Met alle macht probeert hij een naderend noodlot te keren. Tevergeefs, maar wat was het een mooie strijd. Tarrs laatste worp naar de weemoed is er een van grote klasse.

De achtergrond van de film is een even bizarre als intrigerende anekdote. Op een dag kwam de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche tijdens een wandeling in Turijn uit bij een man die een uitgeput paard volop de zweep aan het geven was. Nietzsche was zo bewogen door het lijden van het paard dat hij ernaartoe liep, zijn armen rond het arme dier wierp en de man smeekte te stoppen met slaan. Hij zou hierna nooit nog de oude worden en mentaal ingestort zijn, om nimmer iets te schrijven. Tarr was gefascineerd door deze gebeurtenis en gebruikte ze als basis voor het toepasselijk genaamde The Turin Horse. Hij heeft het paard en de man echter verplaatst (zoals in meerdere van zijn films) naar het landelijke Hongarije. In de fantastische openingssequentie (een van de beste tracking shots die je ooit zal zien) volgen we de twee, die een gigantische kar over een troosteloos landschap trekken, richting een even desolate boerderij. Daar wacht de dochter van de grauwe man. De twee wisselen geen woord terwijl ze routineus de merrie van haar getuig ontdoen en zich klaarmaken voor het avondmaal, één aardappel per persoon. De twee vluchten de boerderij in, terwijl de wind rondom hen gromt en bijt. Eens de deur gesloten wordt, rest er alleen stilte, verveling en de volgende grijze morgen.

turinhorse3

The Turin Horse is overduidelijk geen lichte komedie. Het is een loodzware meditatie over het leven, de dood en het frêle van het menselijke bestaan. Via kruimels in de zuinige dialogen komt de kijker te weten dat de wereld richting het einde aan het denderen is. De man dendert zonder verpinken mee (met een fles ‘palinka’ kan een mens best wat aan) en zoals zo vaak is het juist de vrouw die opmerkt dat er iets mis is in de wereld. En wat een wereld. De krachten die vader en dochter omhelzen, zijn gruwelijke antagonisten in het verhaal. Is natuurlijke onverschilligheid of goddelijke toorn de drijfkracht achter de gebeurtenissen? Of legt Tarr in zijn parabel toch vooral de schuld voor de woestenij die wij van deze planeet maken bij onszelf? Voor elk van deze visies worden argumenten opgetrokken, die Tarr op meesterlijke wijze door elkaar weeft, zonder ooit een definitieve conclusie uit te stippelen.

Visueel is Turin Horse een meesterwerk. Werkelijk alles draagt bij tot de hopeloze atmosfeer die Tarr probeert over te brengen. De zwart-witfotografie, de symmetrische tableaus, samen met de uitgemergelde, bijna emotieloze gezichten van de hoofdpersonages, de oude merrie (met dat soort tijdloze schoonheid), de laatste flikkerende sintels die uit de kachel oplichten. In tijden van eenheidsworst is dit zeldzame Grote Kunst. Tarr is in onze ogen altijd meer schilder dan filmmaker geweest. Alsof Caravaggio verward uit een tijdmachine kwam gekropen en een 35 mm lens in de handen werd gedrukt. Daarom voelt een Tarr steeds aan als een smeltkroes van klassieke invloeden. Hoewel hij een diepdonkere film voorschotelt, zouden wij hem toch niet omschrijven als nihilistisch. Daarvoor schemert er te veel poëzie, te veel levensdrang en te veel volmaakte melancholie door.

turinhorse2

Uiteindelijk is dit de kern van The Turin Horse: een ultieme lofzang aan het melancholische. Op het moment van de totale apocalyps is dit misschien wel het enige wat rest. Herinneringen aan vroeger, een simpelere jeugd van zowel mens als planeet. Een zoete leugen, maar een waarin we oh zo graag verdrinken. Tarr wist deze ontzettend sterke emotie als geen ander te bespelen. Laat ons nu maar, terwijl wij de creatieve dood van deze grootmeester even bewenen. Wij bezoeken namelijk ook al eens graag onze nostalgische kant. Béla leerde ons dat dit mag.

Plaats een reactie